Basisondersteuning

Alle reguliere basisscholen in West-Friesland moeten leerlingen basisondersteuning bieden. In het document Afspraken kwaliteit basisondersteuning kun je lezen welke soorten ondersteuning onder basisondersteuning vallen.

Zorgplicht school

Alle reguliere basisscholen hebben zorgplicht. Dit betekent dat de school elke leerling een passend onderwijsaanbod moet bieden. Welke basisondersteuning een school kan bieden, staat in het schoolondersteuningsprofiel. Wanneer een leerling meer ondersteuning nodig heeft dan de basisondersteuning die de school kan bieden, onderzoekt de school welke extra ondersteuning nodig is. Dat doet ze onder meer met observaties van leerkrachten en/of informatie van de ouders en andere deskundigen. Ook kijkt ze naar het schoolwerk, de werkhouding en de resultaten van de leerling.

Handelingsgericht werken (HGW)

Handelingsgericht werken vormt het fundament van basisondersteuning. Alle scholen en onderwijsprofessionals die bij het samenwerkingsverband Passend onderwijs West-Friesland zijn aangesloten, werken handelingsgericht.

Handelingsgericht werken stelt de leerkracht in staat onderwijs goed af te stemmen op de onderwijsbehoeften en -omgeving van de leerling. In deze doelgerichte, systematische, cyclische en transparante manier van werken ligt de focus op wat er goed gaat en in welke situatie. Die positieve aspecten bieden perspectief: dat wat goed gaat, dat breidt de leerkracht verder uit. Dat gebeurt in samenwerking met de leerling, de ouders en soms met (gedrags)deskundigen. Op deze manier maken leerkrachten passend onderwijs mogelijk.

Wil je meer weten over HGW? Vraag het op school, aan de consulent van het samenwerkingsverband of kijk op de website van HGW-specialist Noelle Pameijer.

Het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)

Wanneer een leerling extra ondersteuning nodig heeft, stelt de school een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op. In het OPP beschrijft de school de doelen die een leerling kan behalen. Het biedt handvatten waarmee de leraar het onderwijs kan afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerling. Een doel kan vakinhoudelijk zijn, zoals ‘verbeteren leesvaardigheden’, vakoverschrijdend, bijvoorbeeld: ‘werk leren organiseren’ of sociaal-emotioneel: zoals ‘samenwerken’. Ook wordt in het plan opgenomen naar welk vervolgonderwijs de school, samen met de leerling en diens ouders, toewerkt.

Voor het opstellen van een OPP is geen toestemming van ouders nodig. Ouders, of andere wettelijke vertegenwoordigers van de leerling, dienen wel akkoord te gaan met het handelingsgedeelte van het OPP. Om dit akkoord te bereiken, voert een school een op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met ouders. Wanneer en zolang er geen overeenstemming is over het handelingsgedeelte van het OPP, kan school het OPP niet uitvoeren. Het op overeenstemming gericht overleg tussen ouders en school moet in dat geval opnieuw gevoerd worden. Het OPP dient gedurende het schooljaar minimaal één keer met ouders te worden besproken.

Deze beslisboom kan helpen om te bepalen of er een OPP opgesteld moet worden. Ook is er een voorbeeld van een OPP beschikbaar. Scholen zijn uiteraard vrij hun eigen OPP in te richten, zolang de inhoud daarvan voldoet aan de wettelijke vereisten.

P2O, primair passende ondersteuning

Het team P2O van het samenwerkingsverband is er om leerkrachten te helpen passend onderwijs te bieden. Het bestaat uit gespecialiseerde leerkrachten en heeft als doel preventieve ondersteuning op maat te bieden. Iedere basisschool in de regio West-Friesland heeft een vaste P²O’er als externe begeleider. P²O’ers reageren op vragen uit de praktijk. De P²O’er gaat samen met de leerkracht op zoek naar manieren om passend onderwijs te realiseren. Wanneer de vaste P²O’er van de school de vraag van de leerkracht of de school niet kan beantwoorden, zoeken we binnen het team naar passende ondersteuning.

Ben je een leerkracht met een ondersteuningsvraag? Neem dan contact op met de vaste P²O’er op school. Ben je op zoek naar een bepaald specialisme? Stuur dan een e-mail naar Theo Vriend, de coördinator van het P²O.

Themacafés

Het samenwerkingsverband organiseert samen met team P2O Themacafés: inhoudelijke themabijeenkomsten voor alle leerkrachten, docenten, intern begeleiders, ondersteuningscoördinatoren en andere geïnteresseerden van het basis- en voortgezet onderwijs.

In deze folder vind je meer informatie over de Themacafés.

Themacafé Traumasensitief lesgeven: Op 20 april 2022 organiseerde het samenwerkingsverband een extra Themacafé vanwege de opvang van kinderen uit de Oekraïne met het onderwerp Traumasensitief lesgeven. Dit themacafé is opgenomen en er is een video van gemaakt.

Gedragswetenschappers in de ondersteuningsteams

Leerkrachten die te maken krijgen met leerlingen met problemen op sociaal-emotioneel gebied, kunnen de hulp inschakelen van de gedragswetenschappers van onderwijsadviesbureau ZIEN in de Klas of die van Trigoon: het schoolbestuur van het speciaal onderwijs in de regio. Zij bouwen samen met het team van de basisschool mee aan een sterke basis binnen de school, zodat zoveel mogelijk leerlingen kunnen profiteren van het onderwijsaanbod. Deze gedragswetenschappers praten mee in het OT en zijn verantwoordelijk voor de handelingsgerichte diagnostiek.

Dyslexie

Dyslexie

Dyslexie kan worden vastgesteld als er sprake is van een ernstige en hardnekkige uitval op woordlezen en/of spellen en die niet op een andere manier verklaard kan worden. Er is een verschil tussen dyslexie en ernstige dyslexie (ED). Leerlingen met ernstige dyslexie komen in aanmerking voor de vergoede dyslexiezorg.

Vergoede dyslexiezorg

Per 1 januari 2022 wordt het Protocol Diagnose Dyslexie en Behandeling 3.0 gevolgd. Een kleine groep leerlingen heeft een dusdanige achterstand op woordlezen dat er mogelijk sprake is van ernstige dyslexie (ED). Bij de vergoede dyslexiezorg moet een leerling voldoen aan een aantal criteria. Er moet in ieder geval sprake zijn van ernstige woordleesproblemen. Daarnaast kan er ook sprake zijn van een (ernstig) spellingprobleem, maar voor de vergoede dyslexiezorg is een ernstig woordleesprobleem een voorwaarde. De school moet de ernst en hardnekkigheid van de leesproblemen onderbouwen in een leerlingdossier (zie infografic poster). De vergoede dyslexiezorg is er voor leerlingen in de basisschoolleeftijd (groep 3 t/m 8 in de leeftijd tot en met 12 jaar). Als een leerling in aanmerking komt voor de vergoede zorg, wordt het dyslexieonderzoek volledig door de gemeente vergoed.  De precieze procedure waarop de doorverwijzing naar de zorg is geregeld verschilt per gemeente. Gemeenten kopen gespecialiseerde jeugdhulp op regionaal niveau in. Dit gebeurt volgens de kwaliteitseisen die in de Jeugdwet zijn opgenomen. Bij de gemeente kan worden nagegaan met welke zorgaanbieders zij een contract hebben.   

Waar te vinden?

Informatie over dyslexie, handreikingen en bronnen waarin aanbevelingen zijn voor signalering, preventie en ondersteuningsniveaus zijn te vinden op de websites van het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie (www.nkd.nl) en Dyslexie Centraal (www.dyslexiecentraal.nl).

Handige informatie:

Thuiszitters

Leerlingen die om welke reden dan ook langere tijd niet naar school gaan, noemen we thuiszitters. Scholen en het samenwerkingsverband doen er alles aan om te voorkomen dat kinderen thuis komen te zitten. Zij werken samen om zo snel als mogelijk een passend onderwijsaanbod te realiseren. De West-Friese gemeenten hebben samen met het samenwerkingsverband in het Thuiszitterspact de ambitie neergelegd om het aantal West-Friese leerlingen dat thuiszit verder terug te dringen. Leerlingen die thuiszitten of naar een dagbestedingsplek gaan, krijgen onderwijs via De Reizigers.

Meer informatie vind je in het Thuiszitterspact West-Friesland.


Kennisbank

Heb je een vraag? Kijk dan of het antwoord op jouw vraag hieronder staat. Je kunt ook de website doorzoeken. Mis je een onderwerp waar je meer over wil weten? Laat het ons weten via: info@passendonderwijswf.nl

Zoeken in website

Iedere school heeft een schoolondersteuningsprofiel. Daarin kun je lezen welke basisondersteuning de school kan bieden. Er staat ook in welke extra ondersteuning de school kan bieden en van welke deskundigheid, voorzieningen en partners een school gebruik kan maken. Het ondersteuningsprofiel staat meestal op de website van de school.

De school kan de P²O’er vragen om aanwezig te zijn bij leerling- of groepsbesprekingen. Ook kan de P²O’er inschakelen voor crisismanagement, bij grensoverschrijdend gedrag of voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Soms heeft een school simpelweg behoefte aan het helikopterperspectief van een extern begeleider.

De P²O’er kan bijvoorbeeld:

  • je leerkrachtvaardigheden helpen vergroten en je zo in staat stellen zelf, binnen de groep, preventieve of lichte ondersteuning te bieden. Hierbij staat centraal wat je wil bereiken. Is dat meer rust in de groep? Meer zelfwerkzaamheid? Betrokken leerlingen? Leerlingen die positief sociaal gedrag vertonen? Samen met de P²O’er vind je een manier om de aanpak aan te passen aan de groep.
  • de ondersteuningsroute verstevigen. Dit is de route die de school opzet om leerlingen passend onderwijs te kunnen bieden. De P²O’er kan de leerkrachten bijvoorbeeld helpen om handelingsgericht te werken.
  • de adviezen van het ondersteuningsteam (OT) uitwerken. De P²O’er kan bijvoorbeeld de handelingsadviezen naar de praktijk vertalen, of vanuit het ondersteuningsteam interventies doen in de klas.